Onlangs vergezelde ik mijn echtgenoot naar een evenement waar prijzen voor innovatie werden uitgereikt. Tijdens de uitreiking ontstond er een spontane interactie met de achterban van één van de winnaars. De achterban kwam met de aanbeveling om te stoppen met ‘ja, maar’.
JA
De woorden ‘ja, maar’ triggerde mij. Ik heb daar een paar dagen op zitten kauwen. Waar gaat het nu eigenlijk om bij ‘ja, maar’. In het ‘ja’ zit de bevestiging. ‘Ja, een goed idee!’, of ‘Ja, dat ga ik anders doen!’ Kortom, positief, bereid, open en ontvankelijk.
NEE
Daarna komt de ‘maar’. De ‘maar‘ spreekt het ‘ja’ tegen. Feitelijk komt met de ‘maar’ het NEE. Er worden drempels opgeworpen, voorwaarden gesteld en onmogelijkheden benoemd. ‘Ja, dat ga ik anders doen, MAAR eigenlijk ligt het niet aan mij!’ ‘Ja, dat is een goed idee, MAAR het is niet uitvoerbaar.’ Het ‘maar’ is negatief, ontkennend, gesloten en afwijzend.
In slechts twee woorden een JA en een NEE. Verwarrend! In de praktijk is meestal de MAAR sterker dan het JA. Idee af geserveerd, verandering weggestemd, de deur naar de uitdaging dicht, een deksel op het creatieve vermogen. [Lees meer…]
Volg me op